We have received the following from Jos Oegema (Bibliotheek Deventer):
Ik was een paar dagen op een internationaal congres van muziekbibliothecarissen in Cambridge, UK, oftewel samen met 349 andere muziekbibliothecarissen van openbare bibliotheken, universiteitsbibliotheken, orkesten, omroepen, conservatoria, muziekonderzoekscentra etc. etc. van over de hele wereld. We vergaderden bij de faculteit muziek van de universiteit, gelegen midden tussen de vele andere colleges en faculteiten, gelegen op loopafstand van de middeleeuwse binnenstad van Cambridge. En als het over muziek en bibliotheken gaat, dan hoort daar ook klinkende muziek bij. Elke avond op een andere locatie, professionele musici in kleine en grote ensembles die muziek van Britse origine ten gehore brachten. Een belevenis!
De locatie was inderdaad Engelser dan Engels. De telefooncel voor de bibliotheek staat er nog, prominent, maar was omgeturnd tot ‘bak 5’. Het gras mocht door het plebs niet worden betreden, enkel door ‘senior members of staff’. Bankjes rondom het grasveld waren allemaal voorzien van bordjes ter herinnering aan mannen (en vrouwen! sinds begin jaren ’70!) die op dat college hadden gestudeerd. Bij één college, natuurlijk de faculteit natuur en milieu, was het grasveld een bloementuin geworden, vol met korenbloemen, klaprozen, late seringen en andere geurende bloemen, ten behoeve van de bloemetjes en de bijtjes. Maar ook dat mocht niet worden betreden, behalve door…
Voertaal was Engels, met Duits en Frans als alternatieven (alle congresinformatie werd in deze drie talen gepubliceerd). Maar het Engels van een native speaker is toch een ander Engels dan dat van een Spaanse of Braziliaanse muziekbibliothecaris. Zeker als een dergelijke lezing werd voorgelezen kon het af en toe als een ratjetoe klinken…. gelukkig waren er dan de ontmoetingen in de coffee- and tea-corner handig om gemiste formuleringen of ideeën alsnog op te halen.
De dag begon met een full English breakfast en dat spaart mooi een lunch uit, zo vol zat ik er van. Ook Engeland kampt met een natte zomer. En hoewel ik onze cleane flexplekken niet altijd evenveel waardeer werd ik van dit soort werkplekken ook niet vrolijk. En wandelend van de ene naar de andere locatie liep ik opeens hier….
King’s college Cambridge ken je wellicht van kerstuitzendingen op de BBC ‘Carols from King’s’. Daar moest ik uiteraard even naar binnen. Majestueus! Maar het betaalt zich niet vanzelf…. Een flinke toegangsprijs, en sponsoring door grote bedrijven blijven noodzakelijk om het open te houden voor publiek en voor gebruik door de universiteit. Wel stijlvol gedaan!
En heb ik dan ook nog wat opgestoken? Wat geleerd? Jazeker! Dat veel problemen op meerdere plekken eigenlijk dezelfde zijn: ‘hoe krijg je publiek bij wat je aanbiedt’ verandert in: hoe kunnen we nieuw publiek werven, waar zoeken we hen, hoe leggen we contacten, wat doen we digitaal, wat fysiek, hoe houden we kennis vast als er zoveel bibliothecarissen met pensioen gaan, hebben we behoefte aan nieuwe kennis, nieuwe strategieën, andere opleidingen, waartoe zijn we op aarde…
Hoe beantwoord je de nieuwe digitale mogelijkheden, hoe zorg je ervoor dat niet iedere bibliotheek een eigen ‘ei’ gaat uitbroeden, liggen er kansen in samenwerking tussen publieksgerichte en onderzoekgerichte bibliotheken, welke voordelen zijn er te halen uit artificial intelligence, maar wat als het publiek dat bij je komt juist bij jou komt omdat ze anders geen toegang hèbben tot een digitale wereld…..
Voor mij lag en ligt de waarde van een congres als dit in de ontmoetingen met anderen. In de congreszaal, in workshops, onder de koffie, in de bus tijdens een excursie, tijdens het napraten na een concert, door zomaar een gesprek te beginnen met iemand die naast je staat en die je niet kent, maar van wie ik in ieder geval weet dat we op de één of andere manier een beroep hebben dat vergelijkbaar is, ook al kunnen we geen van beide soms op het juiste Engelse woord of de juiste term komen dat we nodig hebben en zeggen we het dan maar in onze eigen taal…. En dan verstaan we elkaar toch!
Als Nederlandse delegatie hebben we een zogeheten postersessie en een hot topic gepresenteerd.
We hebben een plan van aanpak gepresenteerd om te komen tot een landelijk beschikbare aanvullende collectie bladmuziek voor openbare bibliotheken. Dit initiatief is onderdeel van de Netwerkagenda en wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Muziekbibliotheken (NVMB). Steeds meer openbare bibliotheken saneren onafhankelijk van elkaar hun collecties, met name de bladmuziekcollecties. Het oude bewaarbeleid met speerpunten voor soorten muziek is niet langer houdbaar gebleken en dus moest dit opnieuw vormgegeven worden. Onbedoeld verdwijnen er zo waardevolle titels bladmuziek uit het netwerk van openbare bibliotheken. Waardevol voor onderzoek, maar ook waardevol voor amateurmusici die op zoek zijn naar aardige muziek op hun speelniveau om zelf te spelen of om ten gehore te brengen. We hopen door de vorming van een gezamenlijke landelijk beschikbare bewaarcollectie bladmuziek op één locatie die goed vindbaar wordt gemaakt in online catalogi een mooie aanvullende collectie op alle aanwezige collecties in bibliotheken voor elkaar te krijgen. Deze is vanaf elke plek via het IBL beschikbaar. We willen daarbij lokale bibliotheken ondersteunen bij het onderhoud van de lokale collecties, en collecties die behoren tot ons culturele erfgoed een juiste bestemming te geven. Daartoe hebben we een strategie uitgewerkt voor het werven van fondsen en een beslisboom om plaatselijke bibliotheken die geen muziekkennis in huis hebben te helpen bij de besluitvorming over de collecties. Het congres was een mooie gelegenheid internationaal ervaringen uit te wisselen.
- Like Facebook
- Partager sur Facebook
- Identifiez-vous pour poster des commentaires